Hoe was jouw zomer? 

Bij de start van de herfst wordt er al vol heimwee teruggeblikt op de afgelopen zomer. Normaal is mijn zomer er eentje uit een dozijn. Maar zo was het deze zomer niet… Eigenlijk kan ik nog altijd moeilijk bevatten wat ik deze zomer heb meegemaakt. Die is amper met woorden te beschrijven en lijkt alleen maar specialer en bijna mythisch te worden…

Spreek ik in raadsels? Ik zal het verduidelijken. 

Na de Olympische Spelen van Londen vond ik het enorm jammer dat ik er niet bij was geweest, FOMO avant la lettre. Dus in Parijs wilde ik absoluut aanwezig zijn. Ik was dan ook al heel lang bezig om tickets te mogen bestellen, wat begin 2023 ook gebeurde.

Eind 2022 hoorde ik van Marathon Pour Tous, zoals ik het begreep een beweegcampagne vanuit de organisatie van de Olympische Spelen. Elke maand kon je deelnemen aan loopuitdagingen. Elke maand zouden de uitdagingen groter en moeilijker worden, maar als je die opbouw zou volgen, zou je eigenlijk tegen de Olympische Spelen klaar moeten zijn om een marathon te lopen. Uit alle succesvolle afwerkers per challenge werden startbewijzen geloot voor die – op dat moment nog onbekende – Marathon Pour Tous, een marathon voor amateurs op het olympische parcours in Parijs. Ik vond deze campagne een leuk tijdverdrijf en een toffe manier om stilletjes aan betrokken te raken bij de Spelen. Eind 2023 liep de actie af, zonder dat ik een ticket had gewonnen. 

En dan, helemaal uit het niks, verschijnt in april 2024 in mijn mailbox een mail met de boodschap: ‘Proficiat, je krijgt een startbewijs voor de Marathon Pour Tous.’

Ik had gepland om een week in de buurt van Parijs – ver genoeg, waar het nog betaalbaar was – te spenderen en tijdens de marathon voor onze Belgische mannen te gaan supporteren. Die bewuste mail veranderde toch het een en ander. In plaats van een gezellige, bourgondische week Parijs zou het een week gematigd eten, goed slapen en voldoende rusten worden…

Ik ben niet de beste loper, niet de meest atletische en heb niet de lichaamsbouw om marathons te lopen. Met mijn persoonlijk ‘record’ van 4u50 min op de marathon, kan je je de vraag stellen of het wel zo gezond is… Ik had drie keer een marathon gelopen, zonder ooit een runner’s high te hebben ervaren. Dus voor mij was het eigenlijk een afgesloten hoofdstuk. Enkel een lokale marathon, zonder enige vorm van wedstrijdelement zou ik nog willen proberen, maar zonder te hoge verwachtingen.

En toen kwam Marathon Pour Tous op mijn pad. Het zou dan écht de laatste officiële marathon worden, dus wilde ik er alles aan doen om zo voorbereid mogelijk aan de start te komen. Want intussen begon de realiteit al wel binnen te sijpelen: 42 km op een zaterdagnacht afleggen (starten op een uur dat ik normaal in mijn bed kruip), in het midden van de zomer (terwijl ik van de koele ochtend hou) en dat op een parcours met veel hoogtemeters. Trenara was al langer de vaste partner voor trainingsschema’s. Met de diëtiste was ik al even bezig om blessurekilo’s kwijt te raken, maar nu moest daar ook een hydratatieplan voor deze zware zweter bij komen. En ik legde al mijn hoop bij de kinesist om die peesontsteking in de voet tijdig onder controle te krijgen. Als ik dan toch voluit ging, waarom dan geen DNA-analyse bij 4Gold en, tegen mijn jarenlange overtuiging in, me overleveren aan supplementen en gels? Met al die omkadering voelde ik me al bijna een amateur-atleet!

Die week in (de verre buurt van) Parijs was eigenlijk een ideale voorbereiding op mijn marathon. Van ’s morgens tot ’s avonds actief en nuttig bezig zijn, zoals ik in mijn eigen huis zou doen, kon simpelweg niet en dus was er ruimte voor rust, zowel fysiek als mentaal. Tijdens het verblijf in de Parijse regio genoten we van een ochtendsessie atletiek en de halve finale hockey bij de mannen (waar we eigenlijk de Red Lions naar de overwinning gingen roepen, maar in een Nederlands feestje terecht kwamen), maar ook van die ongelooflijke sfeer van de Olympische Spelen. Die beschrijven is moeilijk voor wie er niet was, maar als ik enkele adjectieven moet zeggen, dan zijn dat gezapig, gemoedelijk, rustig in alle drukte. Kortom, een echte vakantiesfeer.

En dan kwam dé dag in zicht. Op vrijdag ging ik het startnummer ophalen, aan de voet van de Eiffeltoren. Daar sta je dan plots in de rij met mensen met wie je de dag nadien die unieke ervaring zult delen. Voor ons, Belgen, was het niet zo eenvoudig om een deelname aan een marathon in Parijs te regelen. Anders was het voor die vele lopers van over de hele wereld. Zo ontmoette ik daar een vrouw uit Nieuw-Zeeland die helemaal alleen naar Parijs was afgezakt voor Marathon Pour Tous. ‘Maar’, zei ze, ‘ik woon eigenlijk in de VS, dus die reis viel wel mee.’ Tja, dan valt je mond open…

Logistiek kon ik gelukkig rekenen op de beste omkadering die ik me kon wensen. Mijn nicht en haar dochter hadden het uitgedokterd: de parking waar we ’s nachts met de metro nog zouden geraken, hoe laat we moesten vertrekken om rustig de tijd te hebben om mijn bagage af te geven en met een deel van de Belgen op de foto te gaan, welke trein ze naar Versailles moesten nemen om mij halverwege te zien, hoe ze weer naar het centrum van Parijs moesten geraken, … Enfin, ik kon op zaterdag op mijn bed blijven liggen terwijl zij alles regelden… Geweldig!

En dan op pad. Bij de afgifte van de bagage zie je dan zoveel verschillende mensen, allemaal aan het blinken van trots dat ze deel mogen uitmaken van dit avontuur. Een aantal zijn geconcentreerd bezig en willen een bepaalde tijd, anderen kijken onrustig rond voor wat komen gaat, maar de meesten zijn aan het genieten en voelen vooral een grote samenhorigheid. We hadden met de Belgen in twee keer afgesproken voor de groepsfoto. Eerst met de snelle starters die al vroeg in een startvak moesten staan, daarna nog met de tragere lopers die – zoals ik – pas later aan de bak moesten. Met onze Belgische truitjes – die we overigens braaf zelf gekocht hadden in de webshop van het BOIC – vielen we op en kregen we meteen een groepsgevoel. Zalig.

Dan kwam het moment van de start. Alleen, maar tegelijk in die massa van het startvak. Mijn geplande startuur 22.10 uur, wave 8, als laatste. Zo gauw de andere vakken vertrokken, konden we naar voren beginnen schuifelen tot we uiteindelijk aan het Hotel de Ville konden beginnen aan onze trip van ruim 42 kilometer. 

De eerste kilometers waren ongelooflijk. Het voelde alsof we een peloton in de Tour waren. Toeschouwers die rijen dik stonden en allemaal zo enthousiast stonden te juichen, voor alle ruim 20.000 lopers. Adembenemend! Kippenvel! Het stuwde iedereen naar voren. Probeer dan maar eens, bij een avondtemperatuur van zowat 28 graden en zonder zuurstof in de lucht, je eigen ritme te vinden… Stilaan lukte dat wel. Ik was heel helder en focuste op mijn voedingsplan, op mijn tempo, op mijn hartslag. Rustig lopen, niet in overdrive, maar wel met het volle vertrouwen dat dit ging lukken en dat ik er heel bewust van moest genieten. De eerste 10 kilometer ben ik dan ook een paar keer gestopt om een foto te nemen. 

En dan begonnen de hoogtemeters. Nog voor de eerste lange trage helling waren er al enkele tunneltjes gepasseerd, wat meteen voelbaar was in de benen. Al vanaf het begin waren mensen aan het wandelen of zagen er zelfs al slecht uit. Die helling naar kilometer 15 verteerde ik goed, ik kon blijven lopen en al redelijk wat mensen inhalen. Tot aan de halve marathon liep alles zoals gepland. Op wolkjes liep ik nog net niet, maar het scheelde niet veel. Toen ik een steentje in mijn schoen voelde, besliste ik om door te lopen tot aan Versailles, waar mijn team mét kampeerstoeltjes zouden staan 😉

Ik liep rustig verder, de situatie volledig onder controle, richting de verwachte scherprechter van de marathon, de Belgian Hill, weliswaar zonder een massa Belgen zo midden in de nacht. De organisatie had een lichttunnel voorzien in het eerste deel van de klim. Jammer genoeg kwam er na dat eerste stuk en de bocht nog deel twee… Ik had me voordien voorgenomen om op de klim te wandelen, maar zelfs dat was zwaar en voelde je meteen in de kuiten. 

Ik begon last te krijgen van de onderbuik rond kilometer 32. De gevreesde maaglast, dacht ik. Maar nadat ik enkele kilometers later eindelijk een proper toilet vond – veel lopers hadden maag- en darmproblemen -, bleek het vals alarm. Toen daarna mijn kuitspieren leken te scheuren op het zelden vlakke parcours, was ik genoodzaakt om het lopen af te wisselen met wandelen. De berg was dus toch een kuitenbijter! 

En toen kwam de finish in zicht. Al van ver gaf de Eiffeltoren als een vuurtoren de richting aan, maar er dan ook langs lopen, gaf toch wel een speciaal gevoel. Nog een laatste keer de supporters zien en dan richting de Esplanade des Invalides, waar de blauwe aankomstzone lag. De finishlijn overschrijden was onwerkelijk, zo rond 3.30 uur, met lege tribunes, maar toch nog enthousiaste vrijwilligers die de grote mooie finishermedailles uitdeelden.

Een runners high heb ik nog nooit gehad, ook deze keer niet. In de aankomstzone waren geen supporters toegelaten, dus de eerste minuten waren er enkel andere lopers om mee foto’s te nemen en elkaar te feliciteren. 

Hoe rationeel de aankomst ook was – supporters zoeken, bagage ophalen, recoverydrank binnen krijgen, maar eten, nee, bedankt en dan op weg naar het logement – zo memorabel waren de reacties achteraf. Ongelooflijk hoeveel mensen die nacht online mijn vorderingen gevolgd hebben! Hoeveel vrienden in de tweede graad me hebben aangesproken over die marathon in Parijs! Hoe ongelofelijk andere lopers het vonden dat ook trage lopers zo’n kans hadden gekregen. 

Het is dan ook achteraf dat ik pas écht trots geworden ben op het uitlopen van deze marathon… Nu denk ik er met veel plezier en een warm gemoed aan terug en draag ik het Belgische jasje met veel trots. De herinnering wordt zo steeds mooier…

Dus hoe mijn zomer was? Onvergetelijk!